Soleares

Llamada betekent letterlijk ‘roep’. Het is de uitvoering van het compás door de gitaar of de dans waarbij in principe elke tel duidelijk benadrukt wordt en zo even extra de aandacht gevraagd wordt. Het kan aan het begin of einde van een nieuwe frase gebruikt worden.

Let op het verschil in beweging van slag en golpe! Slag gaat met de draaiing van de pols en bij de golpe beweegt alleen de wijsvinger.

Als de ophaal erbij komt moet je extra letten op de correcte beweging van de hand bij de slag en de golpe.

Je vervangt een slag met een rasgueado. Je kan ook twee rasgueados achter elkaar doen. Dus tel 1+2 of tel 4+5.

Nu kan je in de akkoorden meer variëren. Speel tel 7-10 voortaan altijd zo:

Tot slot speel je de variaties in de akkoorden icm de rasgueados.

• Begin met de goede handstand: Zet duim, wijsvinger en ringvinger op de goede plek!
• Speel een vallende duim met het gewicht van je arm geconcentreerd op de duim: de duim zelf beweegt niet maar de hele hand (arm).
• Voor de volgende noot: haal eerst het gewicht weg, zet de duim klaar voor de volgende noot door de hele hand er naar toe te bewegen!

• Speel nu hetzelfde maar haal na iedere duimaanslag het gewicht weg tegelijk met het aanslaan van de wijsvinger.
• Probeer dan de belangrijke tellen meer gewicht te leggen: 3, 6, 8, 10 en 12.

Nu speelt de duim twee keer zo snel. Elke tel speel je met het gewicht van de hele hand. Als de tussentel op een snaar eronder is glijd je met de duim verder  zonder opnieuw gewicht aan te zetten. Verder zet je bij de 3,6,8, 10 en 12 extra gewicht aan.

Nu speelt de duim ook op de nylonsnaren. Om dezelfde techniek en hoek te behouden moet de hand dus in zijn geheel naar beneden (en weer in zijn geheel terug omhoog).

Deze variatie met arpegio wordt veel gebruikt en bestaat in vele varianten. Hier de meest basis vorm ervan:

Tussen de tel 7 en 10 kan je deze mooie variant gebruiken: let daarbij goed op dat je de aangegeven vingerzetting van de rechterhand gebruikt om uiteindelijk dit snel te kunnen spelen.

Nu speel je triolen met de duim. Vaak zit er een ligado tussen. Daardoor speelt de duim steeds twee keer snel achter elkaar (3 van de triool en 1 van de volgende tel). Om deze hogere snelheid te behalen speelt de duim wel vallend maar gebruikt nu ook hulp van een draaiende beweging van de pols. Net als bij het spelen van een plectrum.

Nu spelen we 4 noten per tel waar van 3 met de duim. De eerst duimaanslag is normaal, dan glijdt de duim door naar de tweede snaar, dan speelt de wijs vinger en vervolgens speelt de duim snel 2 keer achter elkaar op dezelfde snaar. Ook hiervoor moet je handig gebruik maken van de draaiing van de pols.

Nu gaan we arpegio combineren met picado. De opdracht is om bij de overgang van de arpegio naar de picado de hand zoveel mogelijk in de zelfde stand te houden. Eerst een vooroefening:

Vervolgens als falseta: deze falseta van Sabicas bevat een halve compás.

Deze laatste falseta is in dezelfde stijl als nummer falseta 5 en eindigt met een compás met alzapúas.